Nieuws

Onderwijskeuring mag een poosje geheim blijven

Hoe wij ons onderwijs kunnen verbeteren? Dat hoort u over een jaar. Als het kabinet zijn zin krijgt, mogen de aanbevelingen van onderwijskeurmeesters voortaan twaalf maanden binnenskamers worden gehouden.

Opleidingen van hogescholen en universiteiten worden elke zes jaar door onafhankelijke deskundigen gekeurd in opdracht van NVAO, de organisatie die opleidingen accrediteert. Dat roept weleens weerstand op: de keuring kost veel tijd en moeite, en opleidingen voelen zich gewantrouwd.

Dus gooide de politiek het roer om. Universiteiten en hogescholen moesten meer vertrouwen krijgen. De onderwijskeuring zou geen angst moeten aanjagen, maar juist inspirerend moeten werken.

Puntjes op de i
De nieuwe regels zijn goeddeels al van kracht, maar nu heeft demissionair minister Bussemaker een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om de puntjes op de i te zetten. Vertrouwen kan soms ook geheimhouding te betekenen, blijkt daaruit.

In het nieuwe regime is er een verschil tussen de keuring van een opleiding (is het onderwijs goed genoeg?) en de aanbevelingen (kan het beter?). Onderwijskeurmeester NVAO krijgt alleen de uitkomst van de keuring te zien. De aanbevelingen van de deskundigen blijven bij de instelling zelf.

Benen op tafel
Dus kun je met een gerust hart een ‘benen-op-tafel-gesprek’ voeren, zoals Anne Flierman, voorzitter van accreditatieorganisatie NVAO, het noemde. Docenten, managers en studenten hoeven niet bang te zijn dat zelfkritiek ertoe leidt dat hun opleiding de deuren moet sluiten: ze kunnen vrijuit spreken. De aanbevelingen van het panel moeten uiteindelijk wel openbaar worden, maar dat mag even duren.

Een jaar, om precies te zijn. Sommigen wilden die aanbevelingen liever helemaal onder de pet houden: dat zou pas van vertrouwen getuigen. Maar dat gaat minister Bussemaker te ver. ‘Schending van vertrouwen door externe openbaarmaking ligt volgens de regering niet voor de hand.’

Zelfkritiek
Want alleen de aanbevelingen zelf worden openbaar, niet het gesprek of de zelfkritiek. ‘En het exacte moment van openbaarmaking kan door de instelling zelf worden gekozen’, schrijft de minister in de toelichting bij de wet. Dat zorgt ervoor dat openbaarmaking volgens de regering een open gesprek ‘niet in de weg hoeft te staan’.

In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond overigens alleen dat die adviezen binnen een ‘redelijke termijn’ openbaar moesten worden. Na kritiek van de Raad van State – wat is precies een redelijke termijn? – heeft het kabinet alsnog gezegd dat het binnen een jaar moet gebeuren.