Nieuws

Hoofdredacteur Keuzegids pleit voor meer ‘Rust, Reinheid en Regelmaat’

Foto: Kees Rutten

Hoe komt het toch dat Hogeschool Utrecht jarenlang in de onderste regionen van de Keuzegids bungelt en dit jaar als hekkensluiter eindigt? We vragen het Frank Steenkamp, sinds 1991 hoofdredacteur van de Keuzegids. ‘Bij de HU zijn meerdere ontwikkelingen ingezet en dat brengt risico’s met zich mee.’

Een definitieve verklaring voor de slechte scores van de Hogeschool Utrecht kan hij niet geven. Steenkamp maakt bij voorbaat een voorbehoud: ‘Ik zie de cijfers en weet in grote lijnen wat er gebeurt. Maar ik loopt er niet dagelijks rond en weet niet alles.’ Dit gezegd hebbende steekt hij van wal.

Hij begint met een zogenaamd verzachtende omstandigheid: grote hogescholen in de Randstad doen het vaak minder in de rankings. Betrokkenen wijzen als verklaring dan op het mindere studiesucces bij studenten met allochtone en mbo-achtergrond. ‘Maar dat is bij de studentenpopulatie van de HU minder het geval en is dus geen verzachtende omstandigheid voor de lage scores’, meent hij.

Zeer kritisch

Waarna Steenkamp inzoomt op resultaten van de HU die niet op deze manier in de Keuzegids staan. Daaruit blijkt dat de faciliteiten al jaren op een rij slecht scoren. Dat is deels te verklaren door de verhuizingen en tijdelijke huisvesting in de afgelopen periode – maar studenten klagen ook meer dan elders over de digitale leeromgeving.

Daarnaast oordelen ze zeer kritisch over de inhoud van het programma en is de waardering voor docenten en de voorbereiding op het beroep matig.

‘De kans bestaat dat het college van bestuur te ver voor de troepen uitloopt’

De HU scoort bovendien het laagst van de grote hogescholen bij de mening van studenten over het aantal contacturen. Met het studiesucces – het tempo waarmee studenten een diploma behalen – behoort de HU ook tot de zwakst presterende hogescholen. Last but not least is er de accreditatie (het keurmerk van opleidingen): ‘Daar scoort de HU lager dan gemiddeld: het krijgt minder vaak een positief of zeer positief oordeel toegekend’, weet Steenkamp.

Collegevoorzitter Jan Bogerd zei als reactie op de Keuzegids dat de HU ambitieus is en veel aan organisatieverandering en onderwijsvernieuwing doet. Dat zou leiden tot een tijdelijke lagere waardering bij studenten. Is dat een goede verklaring?
‘Onderwijsvernieuwing kan leiden tot jarenlange ontevredenheid bij studenten, maar het kan ook na een of twee jaar een groot succes worden.
Bij de HU zijn meerdere ontwikkelingen ingezet en dat brengt risico’s met zich mee. Innovatie van het onderwijs, een structuurverandering van de organisatie en een grootschalige herhuisvestingsoperatie vonden tegelijkertijd plaats.’

‘Om goed onderwijs te kunnen garanderen, is het belangrijk dat de organisatie de docenten niet van zich vervreemdt. De kans bestaat dat het college van bestuur te ver voor de troepen uitloopt met mooie onderwijsvernieuwingen en organisatieconcepten, maar dat de docenten het niet kunnen bijbenen. Dit vertaalt zich in onvrede en cynisme. Het werk wordt minder goed gedaan omdat mensen vertrekken of geestelijk afhaken. Ja, dat zou bij de HU aan de hand kunnen zijn.’

Je zei in een artikel van het AD/Utrecht dat de hogeschool niet uitblinkt in een open cultuur, waardoor er weinig reflectie zou zijn bij de opleidingen. Jan Bogerd reageerde hier in een interview met Trajectum heel boos op: ‘Geklets’ en ‘volstrekt onjuist en buiten de orde’, zei hij.
‘Ik was niet tevreden met hoe het AD mijn woorden weergaf. Het stond er opgeschreven alsof ik een definitief oordeel velde van wat er bij de HU aan de hand is. Maar ik heb in de loop der tijd wel indrukken opgedaan. Tussen de redactie van de Keuzegids en veel instellingen ontstaat  een vruchtbare discussie waarbij je elkaar scherp houdt. Soms houd ik een praatje of maken we en benchmarkrapport. In de afgelopen tien jaar heb ik dat soort dingen een paar keer gedaan voor de HU. In die gevallen zag ik bij het bestuur en management wat minder neiging tot zelfkritiek dan ik elders vaak aantref. Maar het zijn slechts enkele waarnemingen, dus misschien was het toevallig.’

De HU is flink bezig met flexibilisering van het onderwijs, moderne gebouwen, een plattere organisatie door de faculteiten op te heffen, zeggenschap zo laag mogelijk in de organisatie leggen. Daarvoor is goed gekeken naar Avans – de onbetwistbare nummer 1 in de Keuzegids.
‘Een van de topbestuurders van Avans werd ooit gevraagd  naar het geheim van deze hogeschool. “Niet reorganiseren”, was zijn antwoord. Als de HU zich omvormt tot hoe het bij Avans is geregeld, dan reorganiseer je dus wel.
Dat is een mooie paradox. Ik denk niet dat het model van Avans op alle hogescholen past. Hoe het bij Avans gegaan is? Ik denk dat het organisch gegroeid is.’

‘Succes is meer een kwestie van cultuur dan van de inrichting van de organisatie’

‘Volgens mij is de sleutel van het succes bij Avans de bedrijfscultuur. Er heerst daar een sfeer onder docenten: niet ingewikkeld doen, maar je onderwijstaak en je studenten serieus nemen  Aanspreekbaar zijn. Geen getreuzel met tentamenuitslagen. En vragen van studenten snel afhandelen. Op het moment dat een meerderheid van de docenten die cultuur omarmt en sommige docenten verzaken, dan spreken anderen hen erop aan. Het is meer een kwestie van cultuur dan van inrichting van de organisatie. Docententeams moeten hier de ruimte voor krijgen.’

Wat moet de HU volgens jou doen om te stijgen in de Keuzegids?
‘Ik zou bijna zeggen, met een moraal uit de jaren vijftig: Rust, Reinheid en Regelmaat, hahaha. Een van de opmerkelijke zaken bij Avans is dat ze aanvankelijk een matige positie bezetten in de Keuzegids en nooit van de daken schreeuwden dat ze gingen verbeteren en vernieuwen. Ze hebben stilletjes de zaken goed geregeld.’