Nieuws

Hbo-diploma’s: minder pabo, nauwelijks groei in techniek

Er komen steeds minder hbo’ers van de pabo, maar waar studeren ze dan wél af? Vooral in de gezondheidszorg en economie. Naar verhouding groeien de technische opleidingen niet of nauwelijks.

Voor een student is de diploma-uitreiking heel bijzonder. Vrienden en familie zijn trots, een docent spreekt vriendelijke woorden en het papiertje wordt plechtig overhandigd. Maar hoe speciaal een afgestudeerde zich ook voelt, het gebeurt tienduizenden keren per jaar.

Afgelopen jaar kregen 74 duizend hbo’ers hun diploma, blijkt uit de jongste cijfers van de Vereniging Hogescholen. Het worden er steeds meer, maar opvallend genoeg verandert er weinig in de afstudeerrichtingen die ze kiezen.

Speciaal onderwijs
Alleen de pabo is flink ingezakt. Er studeren beduidend minder juffen en meesters af. In 2007 kwamen er nog 6.500 pabo-studenten op de arbeidsmarkt, afgelopen jaar slechts 3.800. Ook de hbo-master educational needs (voor het speciaal onderwijs) is in die jaren hard gedaald, van 3.700 naar 1.300 afgestudeerden.

Andere hbo-lerarenopleidingen groeiden wel, maar ze konden de trend niet keren: de sector onderwijs is relatief minder groot geworden onder de afgestudeerden.

© HOP. Bron: Vereniging Hogescholen.

Dus moeten andere hbo-sectoren  naar verhouding groter zijn geworden. En dat klopt. De economische opleidingen verstrekken meer diploma’s, net als gezondheidszorg en de sociale studies.

Opvallend is dat techniek nauwelijks profiteert. Al jaren komt zestien procent van de afstudeerders uit de techniek. Alleen afgelopen jaar was dat net een procentpuntje hoger: 17 procent.

Onder mannen neemt het aandeel techniek onder de afstudeerders af: van 34 procent in 2007 naar 31 procent in 2016 (het meest recente jaar in de cijfers). Onder vrouwen neemt het aandeel toe, van vier naar zes procent.

Absolute aantallen
In absolute aantallen zijn er wel iets meer afstudeerders in de techniek, maar dat geldt ook voor alle hbo-sectoren. Behalve voor de sector onderwijs.

© HOP. Bron: Vereniging Hogescholen.