Achtergrond

Deeltijdstudenten willen vooral duidelijkheid over de studie

Foto's Kees Rutten

Het is behoorlijk aanpoten, een studie naast een drukke baan. Toch startten Sabine van Tintelen, Lennert de Jong en Elsbeth den Boer met een deeltijdstudie aan de HU. Zij kozen voor een van de opleidingen die meedoen met de landelijke pilot flexibilisering. Maar erg flexibel is het in het eerste jaar in ieder geval nog niet, zeggen zij.

Sabine (25) en Lennert (25) volgen beiden de studie Bedrijfskunde (voorheen Management, Economie en Recht) naast een fulltime baan. Sabine is managementassistente op het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht, maar in de toekomst wil ze wellicht iets met projectmanagement gaan doen, vertelt ze. Collega-student Lennert werkt bij internationaal verhuisbedrijf De Haan in Alblasserdam. Na de havo nam hij een tussenjaar, kreeg een bijbaantje en groeide door tot manager partner relations. Hij woont samen en heeft geen kinderen; één van de redenen dat hij de studie nu oppakt. ‘Ik zie mij dit niet doen met twee koters’, zegt hij.

Sabine van Tintelen

Een baan combineren met een studie én kinderen is inderdaad zwaar, weet Elsbeth (32). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt 32 uur per week als projectcontroller in het UMC Utrecht. ‘Mijn man vangt thuis veel op, anders had ik niet geweten hoe ik het moest bolwerken’, verzucht ze. Na het avondeten brengt manlief de kinderen naar bed, terwijl zij zich aan de studie Finance & Control (het vroegere Bedrijfseconomie) zet.

Carrière een boost geven

Natuurlijk volgen ze de opleiding om zichzelf te ontwikkelen. Maar belangrijker is het om de carrière een boost te geven. Kort en bondig: ze willen een diploma. Want leidinggevenden vinden het allemaal prachtig wat ze in de praktijk hebben geleerd en aan werkervaring meebrengen. ‘Maar uiteindelijk willen ze allemaal een papiertje zien’, zegt Elsbeth. De anderen knikken instemmend

Om het deeltijdonderwijs voor deze drukbezette groep aantrekkelijker te maken, startten in september 2017 zo’n twintig hogescholen de pilot Flexibilisering. De HU deed eerst mee met zestien deeltijd bachelors en twee masters; inmiddels zijn dat 37 opleidingen. Een studiejaar bestaat uit vier blokken van tien weken. Per blok zijn de studenten vier lesdagen op de hogeschool, twee keer op vrijdag en twee keer op zaterdag. Ze moeten rekenen op 15 tot 20 uur studiebelasting per week.

Elsbeth: ‘Mijn man vangt thuis veel op, anders had ik niet geweten hoe ik het moest bolwerken’

Als de HU niet mee zou doen met de pilot flexibele deeltijd, zouden ze zich dan toch aangemeld hebben? Elsbeth wel: ‘Want ik werk hier om de hoek bij het UMC Utrecht. Dan ga ik niet naar Rotterdam ofzo.’ Zo ook Sabine: ‘Ik heb de opleiding niet gekozen omdat die flexibel zou zijn. Ik wilde studeren en werk hier op tien minuten rijden vandaan.’ Lennert vond de flexibiliteit wel een pré. ‘Ik wilde zo min mogelijk lesmomenten en zo veel mogelijk contact met docenten via e-mail en dergelijke.’

Eigen tempo bepalen
Het onderwijs is flexibel ingericht, zo staat in de voorlichtingsteksten. De opleiding bestaat niet uit jaar één tot en met vier, maar is opgebouwd uit zelfstandige modules die studenten kunnen volgen wanneer het hun uitkomt. En als ze beschikken over bepaalde werkervaring, dan kunnen ze de colleges skippen en alleen de toetsen maken. Hierdoor kunnen studenten hun eigen tempo bepalen, is het idee.

Sabine ‘Een drukke baan en twee toetsen op één dag is erg onhandig. Dat is niet flexibel’

Merken Sabine, Lennert en Elsbeth dat het onderwijs flexibel is? Mwoah, dat valt tegen, is de eerst reactie. De mogelijkheid om flexibel om te gaan met tijdstippen van tentamens is bijvoorbeeld ver te zoeken. ‘Als je ervoor kiest om tijdens een module geen onderwijs te volgen, moet je op hetzelfde moment tentamen doen als de anderen’, vertelt Lennert. Sabine: ‘Ik had een tentamen bedrijfseconomie niet gehaald. Het blok erna was marketing. De inhaaltoets bedrijfseconomie en de toets voor marketing waren op dezelfde dag. Met vijf uur wachten ertussen… Een drukke baan en twee toetsen op één dag is erg onhandig. Dat is niet flexibel.’

Lennert de Jong

De tijdstippen van modules, lesdagen en tentamens liggen vast. Zo ook de manier van toetsen: het schrijven van een werkstuk, een presentatie en een tentamen aan het eind van een blok. Daar doorheen loopt een ‘professionaliseringslijn’: lessen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling zoals communicatie, samenwerken en reflecteren. Daarnaast moet er een persoonlijk portfolio komen. Dat is wel erg veel reflecteren, zeggen de drie. ‘Het lijkt op reflecteren om het reflecteren’, oordeelt Sabine.

Discussie met docent
Het doen van tentamens zonder colleges te volgen – het zogenaamde leerwegonafhankelijk toetsen, een van de belangrijke elementen van de flexibele opleiding – is vooralsnog in het eerste jaar geen optie. ‘Ik had geen van de modules gehaald zonder de lesdagen te volgen’, meent Lennert. En zelfstandig studeren is lastig omdat het vinden van de studiestof op de digitale leeromgeving HUbl ‘een puzzel’ is. ‘Een groot drama’, vindt Elsbeth. Volgend jaar stapt de HU over op Canvas, een andere digitale leeromgeving. Lennert is stellig: ‘Het gaat niet om het systeem maar om de manier waarop de docent de leerstof heeft geordend. De eerste twee weken van een blok is er grote onduidelijkheid.’

Sabine is hierover wel eens in discussie gegaan met een docent. Die zei volgens haar dat het eigen is aan hbo-onderwijs dat studenten zelf hun weg moeten zoeken. ‘Nou nee’, sputtert ze tegen. Misschien dat het voor voltijdstudenten werkt, maar deeltijders willen precies weten wat ze moeten doen. ‘Ik ben heel concreet ingesteld. Al dat wollige, grijze daartussen… effe ophouden daarmee. Ik word daar soms best ongelukkig van. Als je vijf dagen per week werkt, kan je dat zoeken er niet bij hebben. Ik wil duidelijkheid: wat wil je van me hebben, dan ga ik dat doen.’

Lennert: ‘Ik wilde zo min mogelijk lesmomenten en zo veel mogelijk contact via email en dergelijke’

Ondanks de kritische noten ervaren Sabine, Lennert en Elsbeth ook positieve kanten aan hun deeltijdopleiding. De modules zijn overzichtelijke eenheden in tegenstelling tot het reguliere onderwijs waar vakken vaak een half jaar worden gegeven, eindigend met een week vol  talloze toetsen. ‘Nu volg je tien weken een module over een afgebakend onderwerp, maakt een assessment, toets en verslag en het zit erop’, stelt Lennert tevreden vast. Elsbeth: ‘Ook positief is dat je mensen ontmoet die ergens anders werken en een andere kijk op zaken hebben. Daar leer je veel van.’ En het is goed voor het zakelijk netwerk. ‘Je kunt zomaar iemand tegenkomen die ergens een leuke functie vacant heeft en vraagt of je geïnteresseerd bent’, meldt Sabine.

Eén been in de praktijk

De studenten merken dat de meesten geen fulltime docent zijn en er een baan in het bedrijfsleven bij hebben. ‘Ze doen dit er ernaast, hebben het druk en daardoor moeten we vaak een week op antwoord wachten’, moppert Lennert. Aan de andere kant is het een voordeel dat de docenten met één been in de praktijk staan, zegt hij. ‘De docent kan vertellen wat hij in zijn bedrijf meemaakt. Dan is de stof niet zomaar een modelletje, maar is zichtbaar hoe het is toe te passen.’

Elsbeth den Boer

Op de vraag of ze de stof direct kunnen gebruiken tijdens het werk, twijfelt Elsbeth. Snel na het begin van de studie kreeg ze een andere baan. Een hogere functie maar wel bij dezelfde afdeling. ‘Bij het UMC Utrecht is veel centraal georganiseerd en ik zit decentraal. Wat we hier leren, is vooral gericht op een centrale functie. Dus vanuit mijn huidige rol kan ik het niet direct toepassen.’

Lennert herkent zaken uit de studiestof in zijn werkomgeving. Zijn verhuisbedrijf is omgevormd van een hiërarchische naar een teamgerichte organisatie. ‘Dat was nieuw voor mij en dat kon ik terugvinden in de boeken van bedrijfskunde: dat is daar en daar om gedaan en heeft die voor- en nadelen.’ Ook heeft hij zich door de studie een meer onderzoekende houding aangemeten. ‘Kom niet met een voor de hand liggende opmerking, maar kijk nog eens verder naar mogelijkheden.’

Ook Sabine kan beslissingen die aan de top van de Rabobank beter plaatsen. ‘Een jaar geleden is organisatieadviesbureau McKinsey bij ons geweest vanwege de reorganisatie. In de bedrijfskundeboeken krijg ik uitgelegd welk model ze hebben gebruikt en hoe dat in zijn werk gaat. Dat vind ik razend interessant.’


Reactie op dit artikel namens de HU door Marjolijn Staal, Programmaleider Onderwijsinnovatie

De HU wil met het flexibele onderwijsconcept inspelen op de grote diversiteit van studenten. De een brengt al veel kennis en ervaring mee, de ander wat minder, de ene wil meer structuur en de ander meer vrijheid in hoe ze het onderwijs willen volgen. Dat blijkt uit de interviews met de drie studenten en zien we ook veel onder deeltijdstudenten.

Door de mogelijkheid je eigen route te kiezen, voorkomen we dat studenten modules moeten volgen waarvan ze de stof al beheersen. Ook kunnen we beter rekening houden met de privé- en werksituatie van studenten. We zien dat studenten daar gebruik van maken: 25 van de 168 studenten hebben hun eigen route gekozen binnen de Parttime Management Opleidingen. Het klopt dat schriftelijke toetsmomenten vastliggen. Dit heeft alles te maken met de kwaliteit van schriftelijke toetsing, we willen immers dat studenten dezelfde toets krijgen.

Natuurlijk valt er nog het een en ander te verbeteren, we nemen de feedback van de studenten serieus en leren van hun ervaringen, zoals dat bij een pilot past. Als er onvoldoende flexibiliteit wordt ervaren, gaan we hierover in gesprek met de studenten.

Overigens heeft het nieuwe flexibele deeltijdconcept al een flinke aantrekkingskracht op studenten. Van alle deeltijdopleidingen die mee doen met de pilot is de instroom in studiejaar 2017-2018 met 253 studenten vergroot. Dat is 28% meer dan in het vorige studiejaar. Het grote aantal inschrijvingen in februari heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd.