Nieuws

Actie voor hogere studietoeslag gehandicapten

Nog altijd zijn er grote verschillen tussen gemeenten in de steun voor gehandicapte studenten. In Heerlen krijgen ze 31 euro per maand terwijl dat bedrag in Zwolle tien keer zo hoog is: 310 euro. Utrecht blijft steken bij honderd euro.

Zo kan het niet langer, vinden de Landelijke Studentenvakbond en CNV Jongeren. Ze vragen iedereen om zijn eigen gemeente een mail te sturen over de studietoeslag voor studenten met een fysieke of psychische beperking.

De gemeenteraadsverkiezingen zijn achter de rug. In veel gemeenten zijn partijen aan het onderhandelen over de vorming van een nieuw college. Daarom trekken LSVb en CNV Jongeren nu aan de bel.

Rechtsongelijkheid
Er is sinds 2015 geen landelijke norm meer voor deze studietoeslag, waardoor er volgens critici rechtsongelijkheid ontstaat. De verschillen zijn groot, liet RTL Nieuws al eerder zien, maar de landelijke politiek doet er niets aan.

LSVb en CNV Jongeren hebben de bedragen voor 18-jarige studenten met een functiebeperking op een rijtje gezet voor vijftig steden. Alleen Zwolle geeft zijn studenten genoeg steun, vinden de vakbonden.

Tot 2015 konden studenten met een beperking voor hun studietoeslag aankloppen bij uitkeringsinstantie UWV. Ze kregen dan een kwart van het minimumjeugdloon. Voor een 18-jarige student was dat 187 euro, terwijl een 23-jarige op 377 euro kon rekenen.

Gehandicapte studenten zouden 282 euro per maand moeten krijgen, menen de vakbonden. Dat is een kwart van het ‘gemiddelde minimumjeugdloon’. De leeftijd doet er niet toe, vindt LSVb-bestuurslid Joyce van der Wegen, ‘want een 18-jarige student heeft even hoge kosten als een 20-jarige student’.

Spaargeld
Er zitten voorwaarden aan de gemeentelijke studietoeslag. Zo mogen de studenten niet te veel spaargeld hebben (zo’n zesduizend euro) en moeten ze werkelijk niet in staat zijn het volledige minimumloon te verdienen. Gemeenten kijken ook naar de gezinssituatie: wonen ze samen, hebben ze kinderen? Voor oudere studenten zijn de bedragen soms hoger dan voor 18-jarigen.

© HOP. Bron: LSVb en CNV Jongeren.