Nieuws

Onderwijsraad: Geef hbo’ers vanaf dag één les in onderzoek

Hbo-studenten moeten veel meer onderzoeksvaardigheden aanleren, vindt Geert ten Dam van de Onderwijsraad. Wie daar niet toe in staat is, kan misschien maar beter een andere opleiding kiezen.

Als ze eenmaal gaan werken, moeten hbo’ers niet alleen genoeg vakkennis hebben, maar ook kunnen omgaan met veranderingen in hun beroep, schrijft de Onderwijsraad in een vandaag verschenen advies. Net als universiteiten moeten ook hogescholen hun studenten daarom een ‘onderzoekende houding’ aanleren.

Het niveau moet dus omhoog, stelt Geert ten Dam, voorzitter van de Onderwijsraad. Maar daarvoor zijn volgens haar meer docent-onderzoekers en lectoren nodig. Dat vergt extra geld.

Dat geld zal in vruchtbare aarde vallen, verwacht ze. Het hbo timmert aan de weg sinds het in 2001 begon met lectoraten. Maar de ene hogeschool is volgens haar verder dan de andere. ‘Er is een extra zetje nodig om de vaart erin te houden.’ Lectoren doen praktijkgericht onderzoek in samenwerking met het beroepenveld, maar daar zijn meestal alleen docenten en een paar masterstudenten bij betrokken. Bachelorstudenten krijgen gewoonlijk pas met onderzoek te maken als ze aan hun afstudeeropdracht beginnen.

Er worden dan ineens dingen van hen verwacht waarmee ze in eerdere jaren niet genoeg hebben kunnen oefenen. Dat leidt soms tot gele kaarten van accreditatieorganisatie NVAO, als die het niveau van het afstudeerwerk te laag vindt.

Eigenlijk zouden alle hbo-bacheloropleidingen studenten betere onderzoeksvaardigheden moeten bijbrengen, vindt de Onderwijsraad. Vanaf het eerste jaar moeten ze leren hoe ze onderzoeksresultaten op waarde kunnen schatten, hoe ze literatuur kunnen gebruiken en hoe ze dingen kunnen problematiseren.

In het tweede jaar zouden ze onder meer een dataset voor een onderzoek moeten leren opbouwen. In het derde jaar kunnen ze dan tijdens hun stage met praktijkvragen aan de slag, samen met hun opdrachtgever. Dit alles moet tot betere afstudeerwerken leiden.

Dat er ook studenten zullen zijn die niet aan de hogere eisen kunnen voldoen, neemt Ten Dam voor lief: ‘So be it. Dat is geen reden om het afstudeerniveau naar beneden bij te stellen. Bovendien kunnen studenten tegenwoordig ook voor de associate degree kiezen. Misschien is dat voor sommigen een betere opleidingsroute.’

Studenten moeten volgens Ten Dam les krijgen van docenten die zelf onderzoekservaring hebben en die op minimaal één opleidingsniveau hoger functioneren. ‘Bij bacheloropleidingen zijn dat docenten met een mastergraad en bij de masteropleidingen zijn dat gepromoveerden.’

Toch hoeven niet alle hbo-docenten een mastergraad te hebben. Ten Dam denkt dat de afgesproken landelijke norm van tachtig procent realistisch is. ‘Het zou dom zijn als bijvoorbeeld een kunstacademie een goede beeldhouwer niet zou aannemen omdat hij geen mastergraad heeft. Afwijken van de norm kan dus, zolang een opleiding maar een goed verhaal heeft.’

Wel adviseert de Onderwijsraad om het aandeel docentonderzoekers (die minstens één dag per week aan onderzoek besteden) en gepromoveerden in het hbo ruim te verdubbelen: van twaalfhonderd naar drieduizend voltijdbanen. Dat vergt een extra investering van 176 miljoen euro.

Ook het aantal lectoren moet worden uitgebreid. Nu is er één voltijd lector op 1.300 studenten en dat zou er in 2015 één op 720 moeten zijn, zoals de Vereniging Hogescholen al nastreeft. Kosten: 75 miljoen euro. Ten Dam: ‘Er zijn nu nog te weinig lectoren met bovendien vaak een kleine aanstelling. Voor een vliegwieleffect heb je er meer nodig.’

Voor studenten zal het onderwijs er alleen maar spannender op worden, verwacht Ten Dam. ‘Er gebeuren nu al heel mooie dingen in het hbo. In ons advies geven we een aantal prachtige voorbeelden van succesvol onderzoek. Zo hebben onderzoekers van Zuyd Hogeschool samen met ziekenhuizen, het bedrijfsleven én studenten diagnostische tests ontwikkeld waarmee sneller bepaald kan worden welke behandeling een kankerpatiënt moet krijgen. Studenten zullen vanaf het begin beter zien waarvoor ze hun opleiding volgen.’

Schriftelijke reactie minister Bussemaker:

‘De arbeidsmarkt stelt steeds hogere eisen aan studenten. Administratieve, routinematige en dienstverlenende taken worden steeds meer overgenomen door computers en robots. Vaak wordt er niet alleen gekeken naar een diploma, maar ook naar iemands houding, vorming, creativiteit en pragmatische oplossingsgerichtheid. De vorming van studenten tot kritische en zelfstandig denkende mensen, die een bijdrage kunnen leveren aan maatschappelijke vraagstukken, is steeds belangrijker.  Het advies van de Onderwijsraad om het onderzoekend vermogen binnen elke hbo-opleiding als geïntegreerde leerlijn op te nemen kan daarbij helpen. In de strategische agenda voor het hoger onderwijs kom ik met een reactie op het advies.’