Nieuws

Minder uitval in het hbo

Eerstejaars hbo-studenten gooien minder vaak de handdoek in de ring dan in voorgaande jaren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Vereniging Hogescholen.

Het is te vroeg om van een trendbreuk te spreken, maar hogescholen zullen toch met enige opluchting naar de nieuwe cijfers kijken. Van de 83 duizend studenten die in september 2015 voor het eerst aan een hbo-opleiding begonnen, had een jaar later slechts 14,9 procent het hoger onderwijs verlaten. Bij de vorige lichting was dat 15,8 procent.

Het gaat dus weer de goede kant op, zou je zeggen. Maar de uitval is grillig. Het ene jaar kapt zestien procent ermee, het andere jaar (zoals in 2008) slechts veertien procent.

Onder studenten van de havo (uitval van twaalf procent) en het vwo (bijna zes procent) is weinig veranderd. De daling is vooral te zien bij studenten die uit het mbo naar het hoger beroepsonderwijs komen. Nog maar 20,6 procent valt in het eerste studiejaar uit, het laagste percentage in zes jaar tijd. Twee jaar eerder was het nog 23,1 procent.

Pabo
Opvallend is de uitval aan de pabo, die flink is gedaald van 18,4 procent naar 10,8 procent. Er gelden tegenwoordig strengere eisen voor nieuwe pabo-studenten en dat werkt kennelijk door: naar verhouding bereiken veel meer pabo-studenten het tweede studiejaar.

Vooral onder pabo-studenten die van het mbo komen is de uitval spectaculair verminderd: van 27,9 naar 12,6 procent. Ze doen nauwelijks nog onder voor hun medestudenten die van de havo komen (hun uitval daalde van 13,5 naar 11,2 procent).

Dieptepunt
Toch is er niet alleen maar goed nieuws: er is weer een lager percentage hbo’ers afgestudeerd. Na vijf jaar studeren heeft 48,7 procent een diploma op zak. Een nieuw diepterecord, nadat de daling twee jaar lang was blijven steken op 49,1 procent.