Columns

Mijn oude school

Henk Penseel was (onder andere) docent aan de HU en blogt sinds 2010 voor de Trajectum-site. Ditmaal: over zijn oude schooltje in Amsterdam. 

In het AD (15-11-2017) aandacht voor zogenoemde plofklassen, die wat het aantal leerlingen betreft uit hun voegen barsten. Volgens Jan van de Ven, medeoprichter van PO in Actie waren negen jaar geleden de klassen met meer dan dertig kinderen op twee handen te tellen en nu zou bijna elke school ze hebben. Nog steeds zijn er mensen die kinderen, die ik even samenvat als kinderen met een rugzakje, in een normale schoolklas willen plaatsen. Dat zijn dan politici en sommige ouders van die kinderen, die voorbijgaan aan de extra druk op de schouders van de leerkrachten. En daarbij is de klasgrootte de afgelopen jaren zelfs gestegen.

Toen ik een halve eeuw geleden begon les te geven op een lagere school, mocht je blij zijn als je een klas onder de dertig leerlingen had. Wel hadden wij de mogelijkheid om kinderen door te sturen naar een blo- (bijzonder lager onderwijs), een lom- (leer- en opvoedingsmoeilijkheden) of een zmok-school (zeer moeilijk opvoedbare kinderen).

Ik ben geboren en getogen in de Amsterdamse Indische buurt waar het stikte van de openbare scholen. Ook was er een enkele confessionele school. Bijna allemaal hadden ze een naam van een eiland uit onze voormalige Oost-Indische koloniën (Batjan, Obi, Sumatra) of van gouverneur-generaals van de VOC (Rijcklof van Goens, Jan Pietersz Coen en Anthonie van Diemen).

Op die laatstgenoemde school ben ik als onderwijzer gestart. Dat heb ik met enorm veel plezier gedaan. Op de woensdagmiddag ging ik met kinderen die dat wilden naar de rechtbank om een zitting bij te wonen. Of ik ging naar een drukkerij waar uitgelegd werd hoe je met vier verschillende litho’s fullcolour kon drukken. En één keer in de week gaf ik ouders bijles in taal en algemene ontwikkeling.

Inmiddels heet mijn school Flevoparkschool, genoemd naar het park waaraan het grenst. Het gebouw is nog steeds hetzelfde. Van een witte school met een beetje zwart is het een zwarte school met een beetje wit geworden. Maar ik ben blij verrast als ik in Het Parool (15-11-17) lees dat mijn oude lagere school scoort tegen alle trends in. Ook zij doen tussen- en buitenschoolse activiteiten.

Het is een buurtschool met kinderen die bijna allemaal meer talen spreken, met ouders die meestal elders zijn geboren. De 65-jarige directeur heeft het over ’32 nationaliteiten op een kleurrijke school’, waar de gemiddelde Cito-score (537) hoger is dan het landelijke gemiddelde (53,6). Hoewel het helemaal mijn verdienste niet is, heb ik toch een trots gevoel.