Columns

Hoe nuttig is reclame?

Henk Penseel was (onder andere) docent aan de HU en blogt sinds 2010 voor de Trajectum-site. Ditmaal over reclame en intrinsiek gemotiveerde vluchtelingen.

In de vijf jaar dat ik in de reclame heb gewerkt, is me duidelijk geworden dat het makkelijker is om iemand van merk te laten veranderen, dan om iemand te laten stoppen (met roken bijvoorbeeld) of om iets nieuws uit te proberen (zeg maar insecten eten). Het veranderen van een attitude is niet zo simpel, al worden er vaak nog miljoenen reclame-euro’s in gestopt. De totale mediabestedingen In ons land alleen al waren € 4,62 miljard in 2015.

Als de kwaliteit enigszins inwisselbaar is, wil men wel switchen als er voordeeltjes te halen zijn. Dus wordt er flink geadverteerd door energiemaatschappijen. In 2015 door Nuon voor ruim € 13 miljoen, Essent gaf € 8,5 miljoen uit en Oxxio € 5,5 miljoen – om de drie grootste te noemen. In de zorg van hetzelfde laken een pak, daar gaf men ruim € 54 miljoen uit aan reclame. Bedenk dat uiteindelijk de consument dit betaalt.

Steeds meer scholen en universiteiten prijzen zichzelf aan. Voor hbo-instellingen in grote steden is dit nauwelijks noodzakelijk, want de overgrote meerderheid kiest ervoor om in zijn of haar regio te studeren en de vakkenkeuze is ruim voldoende. Op de HU heb je al bijna tachtig verschillende opleidingen. Om die vol te krijgen, doet de HU toch het nodige aan werving. En voor de weinige Engelstalige bachelor- en masteropleidingen bezoekt men buitenlandse educatiebeurzen.

Fijn als je als student kàn kiezen. Wat zou je kunnen tegenhouden? Te weinig geld, wat in veel ontwikkelingslanden voorkomt en in ons land weer een beetje de kop opsteekt. Honderd jaar geleden was doorstuderen geen gewoonte voor iedereen, zeker niet als je uit een arbeidersgezin kwam. Soms werd er geld opzij gelegd voor het intelligentste kind, bijna altijd een jongen, die naar de hbs mocht. In de straat werd-ie dan de professor genoemd.

De attitude om door te leren zat ingebakken bij kinderen van rijke ouders. Kinderen van minder bedeelden leerden dat het een privilege was om te kunnen studeren. Dat zie je ook terug bij vluchtelingen. Ik noem er twee die uiteindelijk docent op de HU geworden zijn: de Bosnische Alma Mustafic, docente bedrijfseconomie, en haar neef Nerko Hadziarapovic, docent marketing. Beiden verloren hun vader bij de Srebrenica-genocide. Alma sprak maandag 11 juli bij de jaarlijkse herdenking in Den Haag ter nagedachtenis aan 8400 vermoorde moslims. Alma en Nerko hoefden niet met reclamecampagnes overtuigd te worden om te gaan studeren. Zij waren sterk intrinsiek gemotiveerd.