Nieuws

Geen master: andere functie of desnoods ontslag

Docenten die weigeren een master te halen lopen de kans een andere functie te krijgen of worden in het uiterste geval ontslagen. Dat is een van de maatregelen die het college van bestuur wil nemen om ervoor te zorgen dat alle docenten binnenkort over een masterdiploma beschikken.

Naast deze aanscherping van de regels wil het college dat docenten met een aanstelling van 0,2 fte of minder vrijstelling krijgen van de masterverplichting. Tot op heden moesten ook docenten met zo'n kleine aanstelling over een masterdiploma beschikken.

Het college heeft een brief waarin de maatregelen staan ter informatie naar de Hogeschoolraad (HSR) gestuurd. De HSR is gevraagd in te stemmen met de vrijstelling bij een aanstelling van minder dan 0,2 fte. De HU heeft in de strategisch plannen ‘Koers 2012’ en ‘HU 2020’ opgenomen dat alle leraren met een vaste aanstelling binnen enkele jaren een mastergraad in de zak moeten hebben of met zo’n studie bezig zijn.

Prestatieafspraken
Ook is in de prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs opgenomen dat 86 procent van de docenten op 31 december 2015 een mastergraad heeft behaald. Die doelstelling lijkt gehaald te worden: op 1 januari 2015 bezit 86,4 procent van de docenten een masterdiploma.

Een harde kern van 37 docenten met een vaste aanstelling heeft aangegeven niet van plan te zijn om een masterstudie te gaan volgen. Om de doelstelling van honderd procent masters in 2020 (uit HU 2020) te behalen, scherpt het college het beleid enerzijds aan en verruimt het anderzijds de mogelijkheid tot vrijstelling door de grens van 0,2 fte.

Arbeidsrechtelijke consequenties
Leraren die niet voldoen aan de masterverplichting kunnen ‘arbeidsrechtelijke consequenties’ tegemoet zien, staat in de brief. Dat kan betekenen dat zij een andere baan krijgen aangeboden waarbij de eis niet geldt, zoals een ondersteunende functie. Ook kan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst worden overgegaan, bijvoorbeeld met wederzijds goedvinden (via een vaststellingsovereenkomst), en in het uiterste geval door ontslag. Deze consequenties waren nog niet eerder benoemd.

De verplichting voor docenten om een masterdiploma in het bezit te hebben, kent enkele uitzonderingen. Vrijgesteld zijn bijvoorbeeld docenten die bijna 65 jaar zijn en degenen die meedoen aan de regeling werktijdvermindering senioren (inclusief de SOP). Ook docenten met een tijdelijke aanstelling vallen buiten de masterverplichting. Maar in het tweede tijdelijke jaar en bij de omzetting naar een vaste aanstelling moet aan een masterstudie zijn begonnen of afgerond. 

 

UPDATE

Sectorbestuurder Roelf van der Ploeg van vakbond AOb noemt het dreigen met arbeidsrechtelijke consequenties 'uiterst ongelukkig op het moment dat je mensen wil motiveren. Volgens mij heeft een masteropleiding alleen zin als zowel werkgever als werknemer ervan overtuigd is dat dat zin heeft.'

Er zullen in de groep docenten ongetwijfeld 'notoire weigeraars zitten die overal nee op zeggen', aldus Van der Ploeg, 'maar er zitten vast ook mensen tussen die bijvoorbeeld mantelzorgen of net drie kleine kinderen hebben. Dan is het goed voorstelbaar dat studeren echt niet uitkomt. Tenzij de werkgever zegt: studeren mag helemaal in onze tijd. Maar dat is niet zo.'

Hij kan zich niet voorstellen dat goede docenten ontslagen kunnen worden vanwege het simpele feit dat ze geen masteropleiding volgen. (HOP)