Nieuws

‘Games vooral geschikt voor de moeilijke momenten in lessen’

Met games en spelelementen worden lessen leuker, maar hoe zet je ze in zodat het leerdoel daadwerkelijk gehaald wordt? Op 24 januari verschijnt het boek ‘Gamedidactiek’ van Martijn Koops, docent bij de lerarenopleiding Natuurkunde aan de HU.

Vroeger, toen Martijn Koops nog in een studentenhuis woonde, vroegen huisgenoten hem al om tips en trucs om verder te komen in spellen. ‘Ik besefte dat ik kennis bezat waar anderen ook wat aan hadden’, vertelt hij. Na in het bedrijfsleven zijn eerste game te hebben ontworpen, kwam Koops in het onderwijs terecht.

Daar gaat hij verder met het onderzoeken hoe je goede games kunt ontwerpen om van te leren. Hij was intensief betrokken bij de minor ‘Vernieuwend leren met ICT & games’. ‘Ik merkte dat ik veel vragen hierover kreeg, bijvoorbeeld op conferenties. Daarom ben ik twee jaar geleden begonnen met het helder opschrijven van mijn kennis’, vertelt hij.

Vier soorten educatieve spellen
Koops: ‘Veel ontwikkelaars hanteren als primair perspectief de vormgeving of het spelverloop. Terwijl voor mij juist belangrijk is wat je wilt leren. Het leerdoel bepaalt een game en dat is de kern van dit boek.” Koops onderscheidt vier soorten educatieve spellen:

Kennisspellen: werken als een soort overhoring om kennis te toetsen. Denk aan spelletjes waarin je een vraag goed moet beantwoorden om een deur te openen.

Begripsspellen: tonen een bepaalde samenhang of laten regels ervaren. Sommige natuurkundige wetten zijn lastig uit te leggen en kun je beter ervaren binnen een spel.

Oefenspellen: waarin je een vaardigheden leert, zoals blind typen.

Verkennende spellen: waarin mensen zichzelf ontdekken of verkennen. Het gaat hierbij vaak om houding en reflectie op het eigen gedrag.

In een raket door een doolhof
‘Een voorbeeld van een begripsspel is Space Challenge, ontwikkeld door een student van mij’, vertelt Koops. ‘In het spel moet je in een raket door een doolhof. Maar als je in de ruimte snelheid hebt, dan kun je niet remmen en ga je gewoon door totdat je de andere kant op gestuurd wordt. Dat is altijd erg lastig uit te leggen in lessen. Met deze game snappen leerlingen op de middelbare school dit ineens een stuk beter.’

Ook in andere vakgebieden kun je games goed toepassen. ‘Esther van der Helm, oud-HU-student en nu lerarenopleider bij de HU, ontwikkelde een spel over Karel ende Elegast, waarin je erachter komt waarom de koning in deze beroemde, middeleeuwse ridderroman uit stelen gaat. Het spel schetst meer historische en culturele context rondom het boek.’

Iedereen leert anders
Volgens Koops is het een misvatting dat games altijd een toegevoegde waarde hebben: ‘Spellen en spelelementen komen het beste tot hun recht op momenten in lessen die vaak moeilijk verlopen. Bij dingen die veel leerlingen maar moeilijk kunnen begrijpen, of waar ze moeilijk begrip voor kunnen opbrengen. Dan is een spel een andere manier om de kennis tot je te nemen. Daarnaast moet je niet vergeten dat iedereen anders leert en dat niet alle leerlingen spellen een even prettige lesmethode vinden.’

Daarnaast is het van belang dat docenten een spel gemakkelijk in kunnen zetten en dat er bijvoorbeeld een goede, begrijpelijke handleiding bij zit. Het beste zou volgens Koops zijn als spellen ingeweven zijn in een onderwijsmethodiek: ‘Dan zijn ze gewoon onderdeel van het gehele lesprogramma en worden ze op het juiste moment in een leerproces gebruikt.’

Het boek Gamedidactiek van Martijn Koops wordt gepresenteerd tijdens de conferentie ‘Gamedidactiek: Gaming in jóuw les!’ aan de HU op 24 januari.

Bron HU Redactie