Achtergrond

Een jaar dakloos: Wim vertelt zijn verhaal

Utrechter Wim Eickholt hield een dagboek bij van zijn leven in 2015. Dat jaar zwierf hij dakloos door de stad. Overdag zat hij in de Gemeentebibliotheek of bij ’t Hoogt, rond etenstijd meldde hij zich bij het Smulhuis om daarna een plaatsje in het Slaaphuis te bemachtigen. Lector Lia van Doorn maakte de publicatie mogelijk, omdat studenten hier veel van kunnen leren.

Dat iedereen dakloos kan raken, bewijst het verhaal van Eickholt. Hij had een eigen huis, een vriendin en werkte als docent op een middelbare school. Koning Alcohol was altijd al een goede vriend van hem, maar na wat tegenslag krijgt deze vriend steeds meer greep op hem. Het gevolg: hij krijgt schulden, kan de hypotheek niet meer aflossen en moet zijn woning verkopen. Hij kan tijdelijk een kamer huren, maar staat daarna op straat.

Dan gaat het bergafwaarts. Hij vervuilt, mijdt zorg, z’n gebit verruïneert en hij kan nauwelijks lopen. Elke dag scoort hij twee tankjes rosé van drie liter bij de Jumbo en een fles wodka of whisky van de Mitra.

31.000 mensen op straat
Wim is een van de vele daklozen in ons land. En dat aantal daklozen neemt steeds meer toe, schrijft HU-lector Lia van Doorn in het voorwoord van Wat heb ik nou meegemaakt. Cijfers van het CBS wijzen uit, dat er tussen 2009 en 2015 13.000 daklozen zijn bijgekomen. In totaal zwerven er rond 31.000 mensen op straat in ons land.

Hoe krijg je die mensen terug in de maatschappij? Volgens Van Doorn helpt een goed netwerk van sociale voorzieningen, capabele social workers die gedurende lange tijd nazorg bieden om terugval te voorkomen. Daarnaast is de blijvende steun van vrienden en familie heel belangrijk.

Jungle
De dakloze Eickholt staat ’s ochtends om 8 uur op na zijn nacht in het Slaaphuis. Uiterlijk half tien moet hij daar weg. In ’t Hoogt schenken ze hem koffie en laten hem met rust. Daarna gaat hij naar de Openbare Bibliotheek, om op een plek achter een pilaar een dutje te doen. Medewerkers die het zien, sturen hem weer naar buiten.

Om zes uur gaat hij richting het Smulhuis om zo snel mogelijk een tafel te veroveren voor een goedkope goedbedoelde hap. Somaliërs zitten bij Somaliërs, Turken bij Turken, Oost-Europeanen bij Oost-Europeanen, Nederlanders bij Nederlanders. Er wordt niet gemengd. Ieder heeft z’n eigen dynamiek.

Daarna schuifelt hij naar het Slaaphuis op het Jansveld, waar de wetten van de jungle gelden. Wie treitert wie. Vooral geen zwakheid tonen. Wim opereert hier tactisch en wordt weinig lastiggevallen. Maar zwakkere broeders hebben het lastiger. Je kunt er niets onbeheerd achterlaten, want dan is het weg.

Eens per maand moet Wim zich melden in het stadskantoor, bij de Dienst Werk en Inkomen. Een volkomen zinloos bezoek.

Ideeënmakelaar
Wanneer hij kan afkicken voor drie maanden (langer wordt niet betaald), komt hij van de hel in de hemel (een eigen kamer met douche en toilet). Hij raakt de drank niet meer aan en gaat na drie maanden naar het Leger des Heils en in therapie. In november dat jaar krijgt hij een huurhuis. Back to normal.

Wim noemt zich nu ideeënmakelaar, zet zich in voor daklozen bij het Leger des Heils en geeft onder meer rondleidingen aan SPH-studenten.

Het vlot geschreven en informatieve boek eindigt met een aantal aanbevelingen van Wim voor goede hulpverlening aan dak- en thuislozen in de vorm van een aantal brieven: een aan een student Social Work, een aan de hulpverlener, een aan de beleidsmaker en een aan de politicus.

Pasklare oplossingen heeft hij niet, maar hij weet als ervaringsdeskundige wel wie een goede hulpverlener is. Hij pikt ze er zo uit, degenen die oprecht zijn. Behandel mensen niet als paria’s, schrijft hij.  Dat voelen ze zich al en als je dat als instanties ook nog eens benadrukt.

Volgens Wim kun je verslavingszorg en daklozenopvang alleen in de praktijk leren. Theorie is ter ondersteuning.

Topsport
De publicatie van het boek is mede mogelijk gemaakt met steun van het lectoraat sociale innovatie. Waarom? Lia van Doorn vindt het boek van belang, omdat haar lectoraat zich richt op mensen die buiten het systeem vallen. Zij onderzoekt wat het perspectief is van zorgmijders en op welke wijze hulpverleners weer de verbinding kunnen leggen met mensen die buiten de boot zijn gevallen.

Het boek van Eickholt vindt ze interessant, omdat het hem is gelukt om weer in het maatschappelijk systeem te functioneren. ‘Maatschappelijk herstel is topsport, je moet heel veel kunnen incasseren en het vergt nogal wat van iemand. Dat is bijzonder aan dit boek.’ Studenten die dit lezen weten hierdoor wat iemand in zo’n situatie meemaakt. Daar kunnen ze wat aan hebben in hun toekomstige beroep en een sensitiviteit ontwikkelen. We gaan Wim gastlessen laten verzorgen, dan horen de studenten de verhalen in de rauwe vorm.’

 

Het boek wordt vrijdag 6 oktober om 15.00 gepresenteerd in De Kargadoor, Oudegracht 36 in Utrecht. Lector Lia van Doorn spreekt hier over maatschappelijke terugkeer van daklozen. Stijn Bollinger, verbonden aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en voormalig buurman van Wim, spreekt over hoe je als ‘buurman’ omgaat met iemand die ‘in het putje’ terechtkomt.

Trajectum verloot 2 exemplaren van Wat heb ik nou meegemaakt. Stuur een mailtje naar Trajectum@hu.nl ovv dakloos