Nieuws

‘Sorry, uw diploma is te oud’

Kennis veroudert snel. Zeven jaar na je eindexamen kun je zonder problemen geschiedenis of Nederlands gaan studeren, maar misschien kom je niet meer binnen bij fysiotherapie, bedrijfskunde of biologie.

Er komt weleens wat tussen. Soms duurt het zeven jaar voordat jongeren na hun eindexamen aan een studie in het hoger onderwijs beginnen. Maar dan kan het te laat zijn voor de opleiding van hun keuze.
Lotingstudies
Dit komt door een aanpassing van de toelatingseisen voor het hoger onderwijs. Vooral voor lotingsstudies heeft dat gevolgen. Met een zeven jaar oud havo- of vwo-diploma (en dus een oud examenprofiel) moeten aspirant-studenten nu toestemming vragen aan de universiteit of hogeschool van hun keuze voordat ze mogen meedoen aan de landelijke loting.
 
Als ze die toestemming krijgen, komen ze volgens de Dienst Uitvoering Onderwijs bovendien in dezelfde lotingsklasse terecht, ongeacht hun examencijfers. Dat is lotingsklasse C, alsof ze gemiddeld een zeven of 7,5 op hun eindlijst hadden.
Achtplussers
Dit geldt ook voor de achtplussers onder hen, die voorheen niet eens hoefden te loten en altijd toegelaten werden. De voormalige zesjesleerlingen zijn juist in het voordeel: zij maken nu meer kans.
 
Maar de verandering gaat verder en raakt alle studies met ‘nadere vooropleidingseisen’, zoals bedrijfskunde, biologie en farmaceutische wetenschappen. Voor zulke opleidingen vervalt het ‘automatische toelatingsrecht’ van studenten met een oud diploma.
Realistische kans
Het ministerie van OCW bevestigt dat iemand met een diploma uit 2007 niet zomaar mag studeren wat hij wil. Voor sommige opleidingen moet de universiteit of hogeschool eerst bepalen of de aankomende student 'een realistische kans van slagen heeft bij die opleiding', bevestigt het ministerie van OCW.
 
Vroeger was het gebruikelijker dan nu om wat later te gaan studeren. In het hbo beginnen tegenwoordig nog maar een paar honderd havisten van 25 jaar of ouder aan een bacheloropleiding, maar in het jaar 2000 waren het er nog 1.700. Zo ging het ook in het universitaire onderwijs: van een paar honderd voor de eeuwwisseling naar enkele tientallen nu.