Nieuws

Aankomend leraar wil weer beter leren lesgeven

Met de kennis van jonge leraren zit het tegenwoordig wel goed, constateert de Onderwijsinspectie. Nu moeten ze weer beter leren lesgeven.

Het blijft balanceren. Een paar jaar geleden moesten tweedegraads lerarenopleidingen nog flink aan de bak omdat het kennisniveau van jonge leraren te wensen overliet, nu vinden afgestudeerden en leidinggevenden dat er te weinig aandacht is voor verschillen tussen leerlingen en de opbouw van lesprogramma’s.

Toetsen maken
Tachtig procent van de afgestudeerden van tweedegraads lerarenopleidingen is tevreden over hun vakkennis, blijkt uit een rapport van de Onderwijsinspectie dat deze week uitkwam. Een aantal basale didactische vaardigheden als ‘stof uitleggen’ en ‘lesdoelen formuleren’ hebben de jonge leraren naar eigen zeggen ook goed onder de knie.

Maar hun opleiding had meer aandacht mogen besteden aan het maken van toetsen en het gebruik van digitale leermiddelen. Verder vinden veel net afgestudeerden het moeilijk om in te spelen op verschillen tussen leerlingen en voelen ze zich minder goed voorbereid op het (v)mbo dan op havo en vwo.

Schoolleiders valt het vooral op dat sommige opleidingen beter zijn dan andere. Maar liefst veertig procent stelt dat het niveau van leraren sterk afhankelijk is van de hogeschool waar ze vandaan komen.

Wonderen
De Onderwijsinspectie wil dat studenten meer praktijkervaring opdoen en dat er meer aandacht komt voor omgang met verschillen tussen leerlingen. Maar verwacht geen wonderen van de opleidingen: ‘Niet alles kan worden gerealiseerd binnen een opleidingstijd van vier jaar. We zien een kloof tussen enerzijds de verwachtingen van de afgestudeerden en het werkveld, en anderzijds de mate waarin de opleiding studenten kan voorbereiden op het vak van leraar.’

Een opleiding is het startpunt, benadrukt het rapport. Scholen moeten hun werknemers blijven bijscholen, en hun startende docenten goed begeleiden.